Wijnen versus klimaatverandering

In Bordeaux produceren ze niet alleen klassewijnen uit Saint-Emilion, Pauillac, Pomerol of Sauternes. Zo’n 55% van het aanbod draagt de appellation Bordeaux of Bordeaux Supérieur. De wijnranken van deze wijnen met een algemene Bordeaux-benoeming groeien op het grote grondgebied van de streek. Het verschil met de grote namen? Deze wijnen zijn minder duur en sneller op dronk. En hun makers bereiden zich met een eerste kleine stap voor op de gevolgen van de klimaatverandering.

De wijnbouwers kregen groen licht om in de toekomst hun wijngaard tot 5% van de totale oppervlakte uit te breiden met andere druivenvariëteiten. Tot 10% van hun wijnen mag bestaan uit het vergiste sap van de nieuwe druiven.

De nieuwe druif est (oh-la-)là

Het syndicaat van AOC (Appellation d’Origine Controlée) liet hiervoor zijn deskundig oog vallen op vier blauwe en drie witte druivensoorten. Hun eigenschappen lijken zeer sterk op die van de klassieke druif: hoge aciditeit en structuur of een sterk aromatisch karakter.

Omdat er een risico is op meeldauw (een soort schimmel) of andere druivenziekten, moeten de nieuwe druiven de vochtige omstandigheden in de Gironde-wijngaarden kordaat het hoofd kunnen bieden.

Geen identiteitscrisis

De nieuwe druiven zijn bestand tegen het veranderende klimaat, maar veranderen nul komma nul aan de identiteit van de Bordeauxwijnen. Ze maken het de wijnboeren wel mogelijk om hun assemblages van nuances te voorzien en zo een modernere stijl te creëren. Maar de authenticiteit blijft onaangeroerd.

Zes blauwe druiven + vier nieuwe soorten

De rode Bordeauxwijn mag – naast de bekende merlot, cabernet sauvignon en de minder bekende cabernet franc en petit verdot – ook carmenère en malbec bevatten.

Bij deze zes komen nu:

• Marselan: kan goed tegen warmte en voorziet de wijn van kleur en body.
• Touriga Nacional: komt uit Portugal, geeft veel tannine aan wijnen die zeer goed kunnen rijpen.
• Castets: een vergeten Franse druif, zorgt voor een mooie kleur, alcohol en weinig zuren.
• Arinarnoa: is Frans, bevat minder suiker, veel tannine en meer zuren; compenseert perfect het vroegere rijpen van de klassieke druiven in warmer weer.

Versterking voor de witte

De zes klassieke witte druiven krijgen ondersteuning van drie extra soorten. Zij maken de veranderde rijping door hogere temperaturen goed.

• Albariño: heeft Portugese of Spaanse roots, bevat veel zuren, is zeer aromatisch en bestand tegen warmte.
• Petit Manseng: Frans, trotseert grijze rot (schimmel) en kan vooral goed tegen warm weer.
• Lilorila: van Franse herkomst, met een krachtig aroma dat verlies aan geur door warmte opvangt.

Even geduld

Benieuwd naar een Bordeaux met bijvoorbeeld een Spaanse albariño? Je zult even moeten wachten. De wijnbouwers zijn volop in de weer met de aanplantingen. Over enkele jaren proef je de eerste resultaten zodra de wijnen drinkrijp zijn. Wanneer dat moment is aangebroken en of de smaak écht oh-la-la zal zijn? Ik volg deze boeiende evolutie op de voet en hou je op de hoogte.