Wijnmythes Ontkracht
Jouw wijnkennis bijschaven is een boeiende maar uitdagende bezigheid. Ondanks de beschikbaarheid van uitstekende literatuur, is het internet de meest geraadpleegde bron voor de doorsnee wijnliefhebber. Snel, handig en interessant… maar niet altijd even accuraat. Samen ontkrachten we de 5 meest voorkomende mythes over wijn.

1. Wijn met een schroefdop kan niet naar kurk smaken 

 Kurk is een wijnfout waarbij de wijn ruikt naar een muffe, vochtige kelder. In tegenstelling tot wat velen denken, smaakt een wijn niet gekurkt omdat er stukjes kurk in de wijn rondzweven. De echte boosdoener is een chemische verbinding die TCA of 2,4,6-trichlooranisol heet. TCA wordt geproduceerd door bacteriën en schimmels en kan op verschillende manieren de wijn binnendringen. Eén van de redenen is de aanwezigheid van de schimmel in de kurk zelf. Evengoed kan de schimmel zich nestelen in de binnenkant van houten vaten of bevindt ze zich in de afvulruimte van het wijndomein. In dit laatste geval heeft de aanwezigheid van TCA niets te maken met de gebruikte afsluiting. Een wijn met schroefdop kan dus ook ‘kurk’ bevatten.

2. Witte wijn drink je op frigotemperatuur, rode wijn op kamertemperatuur. 

Voor de voedselveiligheid wordt aangeraden jouw frigo in te stellen op 4 °C. Veel te koud voor witte wijn! Temperaturen van deze orde maskeren namelijk alle geuren en smaakcomponenten in de wijn. 
Om optimaal van een glas witte wijn te genieten, hanteer je best volgende vuistregel:
  •   7 – 10 °C voor frisse, aromatische witte wijn met een lichte body 
  •  10 – 13 °C voor volle, stevige, houtgerijpte witte wijnen
 Een gelijkaardige redenering gaat op voor rode wijnen. Ondanks de energiecrisis verwarmt het doorsnee gezin haar huis tot een aangename 20 °C (de hedendaagse kamertemperatuur). Veel te warm en desastreus om jouw glas rode wijn ten volle tot zijn recht te laten komen. Boven de 18 °C smaakt een wijn plomp en verliest het zijn verfrissend effect. Te lage temperaturen accentueren dan weer de tannine en doen de wijn hard en astringent smaken. 
Rode wijn serveer je best met volgende richtlijnen indachtig: 
  •  10 – 13 °C voor frisse, fruitige rode wijnen met een lichte body
  •  15 – 18 °C voor krachtige rode wijnen met een gemiddelde tot volle body 
TIP: Op onze website kan je voor alle wijnen de ideale serveertemperatuur raadplegen. Op deze manier garanderen we dat je optimaal kan genieten van elke fles!

3. Hoe meer tranen, hoe beter de wijn

 Na het rondwalsen van de wijn, vormen er zich tranen die langs de binnenkant van het glas naar beneden glijden. Het is een fysisch verschijnsel dat bekend staat als het Gibbs-Marangoni effect. Voor de technische uitleg verwijzen je je graag door naar vakliteratuur. De conclusie luidt dat de dikte van de tranen enkel informatie prijsgeeft over het alcohol- en suikergehalte in de wijn en niets over de kwaliteit. Een hoger alcoholgehalte leidt tot meer en dikkere tranen. Zoete wijnen hebben hun tranen te danken aan het hoge suikergehalte. Door de hogere viscositeit glijden de tranen trager naar beneden. Andere factoren die traanvorming beïnvloeden zijn onder andere de serveertemperatuur en de zuiverheid van het wijnglas.

4. Rode wijn past niet bij vis 

 Witte wijn en vis is en blijft een perfect huwelijk. Ongetwijfeld serveerde je ooit een minerale Sancerre bij kabeljauwfilet en is de combinatie van Sole Meunière met een vette Chardonnay om duimen en vingers van af te likken. 
Hieruit concluderen dat rode wijn en vis niet samen passen, is echter onterecht. Licht gekoelde rode wijnen met een laag tanninegehalte begeleiden feilloos een lekker stuk gegrilde vis. Denk hierbij aan een Pinot Noir uit een koel klimaat (Loire), een Beaujolais of een Oostenrijkse Zweigelt. Neem gerust de proef op de som en tover zelf een originele wijn-spijs combinatie op tafel!     

 

5. Oudere wijnen smaken altijd beter 

Ook deze laatste mythe moeten we ontkrachten. Slechts een kleine hoeveelheid van de wereldwijde wijnproductie is bestemd om langer dan 5 jaar te rijpen. Het merendeel drink je dus best zo snel mogelijk na aankoop. 
Dit wil niet zeggen dat al deze wijnen onmiddellijk slecht worden. Ze zullen gewoon niet de tertiaire aroma’s ontwikkelen die we associëren met bewaarwijnen (onder andere bosgrond, paddenstoelen en honing). Bovendien verliezen ze na enkele jaren hun fruitigheid en beginnen ze vlak en zuur te smaken. 
 Gelukkig beschikken we in onze winkel over voldoende wijnen met een uitstekend bewaarpotentieel. 

Op zoek naar een bewaarwijn voor de geboorte van jouw (klein)kind? Enkele pareltjes nodig om jouw nieuwe wijnkelder te vullen? Onze wijnadviseurs raden je met plezier de juiste wijnen aan! 

Met het nodig advies en de juiste bewaaromstandigheden geniet jij binnen enkele jaren van jouw droomwijn.

categorieën